Deze zomer zijn Bodemkundige Dienst van België, KU Leuven en Boerennatuur Vlaanderen van start gegaan met het project ‘Stuwviewer met impact’. Kort samengevat bekijken we in dit project hoe we door het slim plaatsen van stuwen op de kleine waterlopen van ons watersysteem de impact van droogte in het landschap kunnen tegengaan. Stuwen zijn een zeer efficiënte, low-tech oplossing om water beter vast te houden in het landschap tijdens periodes van (extreme) droogte. In Nederland bijvoorbeeld zijn de laatste jaren duizenden stuwen geplaatst op het fijnmazige waterlopenstelsel. In Vlaanderen blijft de implementatie voorlopig sterk achter, ook al is er op terrein bij landbouwers en waterbeheerders veel enthousiasme door de droge zomers van de laatste jaren. Een drempel voor de grootschalige implementatie is het ontbreken van duidelijke informatie over de correcte plaatsing van de stuw, en een inschatting van de impact van de stuw op het nabijgelegen landschap.
Met ons project spelen we hier op in. We willen eerst de concrete impact die een stuw heeft op de waterbeschikbaarheid en de opbrengst van de gewassen begroten. Vervolgens gaan we een applicatie ontwikkelen waarin gebruikers op een gedetailleerde kaart van het fijnmazige waterlopenstelsel potentieel interessante stuwlocaties kunnen vinden, en ook de impact van de plaatsing van een stuw kunnen visualiseren. Voor dit laatste baseren we ons op de kaart die reeds ontwikkeld is in Nederland door het Waterschap Limburg: https://www.waterschaplimburg.nl/uwbuurt/droogte-limburg/extra-stuwen-droogte/gebied-plaatsen-we/, maar plannen we ook verder te gaan door de kaart te koppelen aan een berekening van een impact van de stuw.
Algemeen is onze doelstelling dezelfde als in het OP-PEIL project, namelijk het weerbaarder maken van ons landschap tegen de extreme periodes van droogte die we in de toekomst meer en meer kunnen verwachten. Het slim plaatsen van stuwen is ook in grote mate complementair met peilgestuurde drainage: onderzoek en ervaring in Nederland en de Verenigde Staten leert dat het combineren van beide technieken vaak tot de beste resultaten leidt.